

De 4 kerken van de Pastorale zone Sint-Catharina Hoegaarden
bron: Kerkenbeleidsplan 2017

Sint-Gorgonius - Hoegaarden centrum
De Sint-Gorgoniuskerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de: artistieke waarde, historische waarde, in casu oudheidkundige waarde en historische waarde in casu geschiedkundige waarde.
Bouwkundig erfgoed
Voormalige collegiale kerk.
Fraai homogeen gebouw, gelegen op de heuvel die het landschap beheerst, in 1744 opgericht door de Leuvense architect J.A. Hustin. Chronogram op de grote cartouche in de westgevel van de toren.
De plattegrond ontplooit drie beuken van zes traveeën op pijlers achter een hoge toren van arduin, bekroond met uivormige bedaking, en twee zijportalen met barokke inslag (schelpmotieven maar ook nissen en gecontourneerde volutes).
Een lang koor, geflankeerd door bijgebouwen, loopt uit op een halfronde apsis die verlicht wordt door twee vensterregisters.
Bakstenen schip, aan de buitenzijde geritmeerd door classicistische pilasters van arduin, en zandstenen steekboogvensters met weinig uitspringende sleutels. Rijk en statig interieur verlevendigd met geel en wit stucwerk en talrijke Louis XV-ornamenten (sleutels, cartouches onder het hoofdgestel, bovenmuurpanelen, pijlerschachten, gordelbogen van het tongewelf).
Pijlers op arduinen sokkels, bekroond met composietkapitelen die opgesmukt zijn met putti-hoofdjes. Zijbeuken afgedekt met Boheemse kappen.
Mobilair. Enkele gotische beelden (Christus op de Palmezel) uit 15de en 16de eeuw; in de apsis grote beelden van Sint-Pieter en Sint-Paulus (gedagtekend 1748).
Onder de toren doopvont met vier stenen hoofden (13de of 14de eeuw); koperen arendlezenaar besteld door Mathias lngels op 5 october 1568 (opschrift op de voet) en voltooid door Jan Veldener op 8 december 1573 (op het draagvlak); barok koorgestoelte met overladen versiering (17de eeuw).
Bijkomende informatie
De parochiekerk Sint Gorgonius is een typisch voorbeeld van de kerkelijke bouwkunst van de 18de eeuw, de LOUIS XV stijl, ook ROCOCO genoemd naar het Franse woord rocaille, een, verwijzing naar de grilligheid van de schelpencombinaties in de versieringen.
Deze stijl is een uitloper van de barok en profileert zich als de versieringsstijl van verfijnde interieurs.
Rococo is lichter en fijner dan de barok en we zien er een evolutie naar meer grillige en fantasierijke elementen.
In de ruimtevorming heeft de rechthoek meestal plaats gemaakt voor een assymetrisch lijnenspel dat resulteert in licht gekromde vlakken. Ook de hoeken en de overgangen van wand naar plafond zijn afgerond.
Beknopte karakterisering
Stichting van het kapittel door gravin Alpeïde tussen 977 en 987.
Hoegaarden valt onder het prinsbisdom luik. In 1804 werd het kapittel afgeschaft door Napoleon. De eerste kerk werd gebouwd einde lüde eeuw.
Het was een oud-romaanse kerk met massieve westbouw in granietsteen en met klokkentoren in het midden. In het najaar van 1753 werd de kerk volledig afgebroken.
De nieuwe kerk, in Rococostijl, werd gebouwd op de funderingsresten van de vroegere Romaanse kerk, onder leiding van de Leuvense architect Jacques Hustin en bouwmeester Gilles Durieux van Luik van 1754 tot 1759


Sint-Jan Evangelist - Hoksem
De Sint-Janskerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de: artistieke waarde, historische waarde, in casu oudheidkundige waarde, historische waarde, in casu geschiedkundige waarde.
Bouwkundig erfgoed
Pittoresk, heterogeen geheel.
Westtoren voor een blinde beuk, voorzien van pseudo-kruisarmen (16de-17de eeuw), en een lang koor van drie traveeën met een vlakke sluiting, geflankeerd door een noordsacristie.
Rechthoekige romaanse toren uit de 12de eeuw, later verstevigd met steunberen en in de 17de eeuw (?) voorzien van een axiale deur (heden verdwenen en vervangen door een gotische oculus). De toegemetselde arcades in het noorden en zuiden, evenals die van de zuidtranseptarm onder de gootliggerbalk, bewijzen dat de toren vroeger ingebouwd was tussen de zijbeuken, en dat de romaanse kerk een drieschepige ruimte was met pijlers (opgravingen). Mooie bedaking uit de Moderne Tijden, bekroond met twee windwijzers.
Eénbeukige ruimte, met romaanse ruwbouw, de gotische vensters zijn verborgen door de tijdens 16de en 17de eeuw, bijgebouwde kruisarmen. Romaanse pijlers afgebroken of opnieuw gebruikt. Fraai en rijzig koor (doch ietwat buiten verhouding), gebouwd midden 14de eeuw na de
aanstelling van tien kanunniken circa 1344.
In het midden van de zuidgevel, toegemetselde rondboogdeur, gemarkeerd door de doorlopende kordonband der vensterdorpels. Aan de oostzijde vlakke muur, versierd met een hoog glasraam en voorzien van met hogers en kruisbloemen versierde pinakels; gewelf met houten bebording, een ontbrekende dwarsbalk).
Aan de noordzijde, sacristie uit einde 16de of begin 17de eeuw. Restauratie R.M. Lemaire 1967-1968. Mobilair. Gotische Heilige Maagd en Sint-Jan (begin 16de eeuw); engelen (17de eeuw); buiten tegen de toren, gotische grafsteen van kanunnik Florin (+ 1411?); opnieuw gebruikte gotische altaarsteen; barokbiechtstoel (eerste helft 17de eeuw).
Interieur
Blauwe stenen vloer uit de 12de eeuw, grafzerk van kanunnik Florentius Cauwerhuis († 1411), tabernakel 1911, hoogaltaar verplaatst door prof. Lemaire 1968 (oud altaarblad uit 1410-1450), lavabonis (14de eeuw), muurschildering, 2 gepolychromeerde cherubijnen (17deeeuw), biechtstoel begin 17de eeuw, twee neogotische glasramen (gebr. Charlier, 1934) en orgel (P.A. Van Dinter Maaseik, 19de eeuw)
Quarantine if you think you've been exposed
Sint-Ermelindis - Meldert
De Sint-Ermelindiskerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de historische waarde en artistieke waarde.
Het orgel in de Sint-Ermelindiskerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de: historische waarde.
De Sint-Ermelindiskapel is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de: artistieke waarde, historische waarde, in casu oudheidkundige waarde, historische waarde, in casu geschiedkundige waarde.
Bouwkundig erfgoed
Sint-Bartholomeuskerk, de huidige Sint-Ermelindiskerk:
Beschrijving: De vroegere Sint-Bartholomeuskerk – huidige Sint-Ermelindiskerk – was een belangrijke landelijke kerk en voormalig bedevaartsoord. De plattegrond omvat een aanzienlijke westtoren tussen de verlenging van de zijbeuken, een driebeukig schip van vier traveeën en een koor met halfronde apsis. De sacristie ligt aan de oostzijde {1864).
Historiek: De sterk verbouwde toren bewaart een romaanse kern. In 1559 was hij niet meer onder dak en waarschijnlijk ook gedeeltelijk ingestort. In 1621 werd hij, na een langdurig proces tussen de plaatselijke heer en het kapittel van Sint-Bartholomeus in Luik, op kosten van dit laatste hersteld.
Volgens de akten van de visitaties van 1659, 1660 en 1661 was de kerk aan binnen- en buitenzijde in goede toestand.
Tussen 1779 en 1781 onderging de kerk belangrijke verbouwingswerken. Deze bouwcampagne werd voorafgegaan door een proces waar gediscussieerd werd over de noodzaak van de voorgenomen verbouwingswerken en waar verschillende ontwerpen werden besproken.
De uit vier traveeën bestaande blinde middenbeuk is opgetrokken in twee bouwfasen. De twee westelijke traveeën zouden dateren van omstreeks 1372, de twee oostelijke van 1779-1781. Ook de zijbeuken werden in twee verschillende perioden opgetrokken: het westelijke gedeelte en de bijgebouwen van de toren omstreeks 1600 en de twee oostelijke traveeën gedurende de bouwcampagne van 1779-1781. Het koor draagt de datum 1780. De sacristie dateert gedeeltelijk uit diezelfde bouwcampagne en werd uitgebreid in 1865. In 2008 vond een volledige restauratie van de kerk plaats.
Beschrijving: De toren is opgetrokken in een overgangsstijl (eerste helft 13de eeuw) op een vierkant grondplan, en telt drie bouwlagen.
Hij is opgetrokken in witte zandsteen, waarvan de buitenparementen van de westgevel en de westelijke delen van de noord- en zuidmuren, vermoedelijk bij de herstelling van de toren in het eerste kwart van de 17de eeuw, werden vernieuwd.
Het gelijkvloers is overkluisd met een kruisribgewelf op kraagstenen. De noord-, zuid- en oostmuren zijn versierd met muraalbogen. Oorspronkelijk was er aan drie zijden verbinding met het schip, hiervan rest aan de oostelijke zijde enkel nog de rondboog naar de middenbeuk. Tegen het westelijke deel van de zuidelijke muur bevinden zich de overblijfselen van een traptoren voorzien van een hoge afgeschuinde plint. In de doopkapel aan de noordkant van de toren wijzen afbraaksporen op de aanwezigheid van een tweede traptoren. Waarschijnlijk kwam door de afbraak van deze traptoren de stabiliteit van de toren in gevaar, wat mogelijk de aanleiding gaf tot de bouw van de grote noordwestelijke steunbeer.
De aanwezigheid van twee traptoren verklaart ook waarom de versiering met een boogfries op de noord- en zuidmuur van de eerste torenverdieping enkel aanwezig is op de oostelijke muurdelen.
Op de eerste verdieping van de toren bevonden zich op drie zijden een schietgat waarvan alleen het westelijke gaaf is bewaard. De andere werden vergroot als toegang tot de zolders van de zijbeuken. Oorspronkelijk mondde de eerste verdieping ook uit op de middenbeuk via een grote rondboog. Daarvan zijn nog twee aanzetten zichtbaar.
Deze boog werd nadien vervangen door een kleinere, gedeeltelijk in baksteen waarvan het tracé nog volledig zichtbaar is. Na het dichtmetselen hiervan werd er enkel nog een rechthoekige deuropening uitgespaard, die op haar beurt-vermoedelijk in de 18de eeuw wanneer de huidige trap naar het doksaal werd aangebracht – dichtgemaakt werd.
De bovenste verdieping van de toren werd op elke zijde geopend door twee gekoppelde romaanse vensters bestaande uit een grotere rondboog die twee kleinere bogen op deelzuiltje voorzien van kubuskapitelen bevat, een situatie die nu nog te zien is in de noordgevel en bij één venster in de zuidgevel van de toren. Op de overige zijden werden deze vervangen door sobere boogvormige openingen.
De achthoekige torenspits dateert uit de 17de – 18de eeuw en de het westportaal bestaat uit een laat 18de-eeuwse deur met een overluifeld portaal in Gobertangesteen.
Het gotisch gedeelte van de middenbeuk beperkt zich tot de twee westelijke traveeën en dateren mogelijk uit 1372.
De zijbeuken werden heropgebouwd in twee bouwcampagnes: zandstenen bijbouwen van de toren en de twee westelijke traveeën in laatgotische stijl (circa 1600).
De middenbeuk werd in 1779-1781 met twee traveeën naar het oosten verlengd en net als de zijbeuken opgetrokken in bak- en zandsteen gelijktijdig met het koor. De muren van het koor worden geritmeerd door kolossale pilasters in Gobertangesteen.
Op de tweede zuidelijke pijler komt het jaartal 1780 voor. De sacristie is gebouwd in het verlengde van het koor en werd opgetrokken in baksteen met een natuurstenen basis.
Tijdens de bouwcampagne van 1865 werd deze verlengd in dezelfde stijl. Het interieur van de kerk is voorzien van een eenvoudige classicistische versiering in stucwerk, gedagtekend “1788” onder het doksaal.
Meubilair: Gepolychromeerde gotische Calvarie tegen de sacristiemuur (16de eeuw). Onder de toren fraaie gotische grafsteen van Eibert, heer van Meldert(+ 1484). In de beuk merkwaardig zwart marmeren mausoleum met giganten van Jacobus d’Oyembrugghe de Duras(+ 1651) en zijn echtgenote Anna de Berlo (+ 1639). Interessant neobarok meubilair (eerste helft 19de eeuw).
In de kerk bevindt zich bovendien een interessant orgel.
Het auteurschap van het orgel in de Sint Ermelindiskerk wordt toegeschreven aan Charles Rifflart (Yvoir) op grond van opvallende constructiegelijkenissen met andere – gesigneerde – Rifflartorgels.
Het orgel werd gebouwd omstreeks 1830-1840. Het is het grootste van de beschermde Rifflartorgels, met als klassieke opstelling een viervoets hoofdwerkkast op het doksaal en een viervoets rugpositiefkast ingebouwd in de doksaalbalustrade. In 1894 werd bij de transformatie (door Verhuist uit Herent?) de rugpostiefkast verwijderd, op het prospect na.
De hoofdwerkkast werd tegen het rugpositiefprospect geschoven, zodat een soort balustradeorgel met onderwerkfront ontstond.
De hoofdwerkkast is grof beschadigd bij de transformatie, de deuren achteraan werden verwijderd, de regels overgezaagd en grove schade werd aangericht door het aanbrengen van een zwelkast en een nieuwe klaviatuur.
Naast/achter de kerk bevindt zich nog een kapel, eveneens toeqewiid aan Sint-Ermelindis:;
Achter de kerk gelegen Sint-Ermelindiskapel. Eénbeukige ruimte met driezijdig koor, behorend tot de traditionele stijl maar nog voorzien van vensters naar gotisch tracé: gedateerd 1629 op de cartouche in de zuidgevel. Wijzigingen uit einde 17de eeuw: fraai zuidelijk dakvenster, gedagtekend 1691 en westportaal, rijk versierd met barokmotieven (onder meer kleine obelisk).
Mobilair. Degelijk ensemble in barokstijl, uitgevoerd op kosten van de Heer J. d’Oyembrugghe: altaar (1650), marmeren cenotaaf (1648) en vier reliëfs met voorvallen uit het leven van de heilige. Bij de deur, offerbus uit 1767.


Sint-Niklaas - Outgaarden
De Sint-Niklaaskerk met inbegrip van de begraafplaats voor de gesneuvelden en de tot ommuurde siertuin omgevormde kerkhofsite is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
artistieke waarde: homogeen witgeschilderde, door een op pilasters rustend, gestuct gewelf met steekkappen overdekte, goed geproportioneerde éénbeukige ruimte met verzorgde natuurstenen bevloering en een overwegend 18de en 19de eeuws meubilair waaronder drie barokke portiekaltaren, een Louis XV-koorlambrisering, gepolychromeerde houtsculpturen (16de-18de eeuw) en een beschermd orgel uit 1855.
historische waarde: samen met de aanleunende pastorie vormt deze sinds de 14de eeuw vermelde, voormalige afhankelijkheid van het kapittel van de Sint-Martinuscollegiale van Visé een opmerkelijk en harmonieus classicistisch ensemble (1760 en 1846). Bovendien omvat het een oudere kern in kwartsiet van Overlaar en een ongebruikelijke typologie: een bakstenen, vier traveeën tellend éénbeukig kerkje met een door afgeronde torentjes geflankeerde vierkante westtoren, met helmbekroning en een klein vierkant koor waartegen de pastorie werd aangebouwd. Het classicistisch karakter vertaalt zich in de strakke compositie van door hoekkettingen belijnde elementaire volumes opengewerkt met in Gobertange uitgevoerde, hoge steekboogvensters in een vlakke omlijsting en een geaccentueerde westingang in de vorm van een rondboogdeur met sluitsteen, imposten met spiegelmotief en rechte druiplijst waarboven het bekronend doksaalvenster en het chronogram “PopVLe eCCe tanDeM resVrgo11 (1760).
Het orgel in de Sint-Niklaaskerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de: historische waarde
Bouwkundig erfgoed
Min of meer in het centrum van het dambordvormig stratenpatroon van Outgaarden, bevindt zich de parallel met de Kerkstraat ingeplante Sint-Niklaaskerk met aangebouwde pastorie en haar ommuurde tuin.
Historiek: Over het ontstaan van deze bescheiden parochiekerk waarvan het kapittel van de Sint Martinuscollegiale van Visé (Luik) tot op het eind van het ancien régime het patronaatsrecht bezat, zijn geen gegevens bekend. De naam van de patroonheilige suggereert een oprichting eind 11de – begin 12de eeuw toen vele kerken na de translatie van de relieken naar Bari in 1087 aan de Heilige Nicolaas van Myra werden gewijd. De vermelding in de 14de eeuw als “capellania veteris Hugardis11 wijst op haar toenmalige rang als kapelanij. Aangenomen wordt dat een romaans kerkje, opgetrokken in het zogenaamde kwartsiet van Overlaar aan de basis lag van de huidige kerk – zelf het resultaat van twee belangrijke bouwcampagnes. Koor, eerste beuktravee en westtoren dateren uit 1760, periode waarin ook de pastorie werd herbouwd terwijl de rest van het schip pas in 1846 werd vernieuwd.
Beschrijving: De Sint-Niklaaskerk bestaat uit een eenbeukig schip van vier traveeën, een vierkante westtoren met flankerende torentjes en een smaller en lager, vierkant koor waartegen de pastorie werd aangebouwd.
Het koor en de aansluitende beuktravee, opgetrokken in blokken kwartsiet van Overlaar afgewisseld met lediaanse kalkzandsteen, bevatten zoal niet restanten dan toch hergebruikt materiaal van het primitieve kerkje. De rest van het schip en de westtoren werden opgebouwd uit baksteen met verwerking van Gobertange voor plint, regelmatige hoekkettingen en venster- en deuromlijstingen, het geheel afgedekt met een natuurleien bedaking.
Een register van steekboogvensters in een vlakke omlijsting zorgt voor een homogeen classicistisch aspect terwijl de westpartij wordt gearticuleerd door een vierkante, ongelede toren met karakteristieke torenhelmen flankerende, afgeronde torentjes met schietspleten waarin respectievelijk een natuurstenen spiltrap en de doopkapel zijn ondergebracht.
De ingang wordt gemarkeerd door een rondboogdeur met sluitsteen, imposten en druiplijst waarboven een bekronend steekboogvenster en het chronogram “PopVLe eCCe tanDeM resVrgo” (1760) dat verwijst naar de moeizaam verlopen verbouwingen.
De beuk van het homogeen witgeschilderd interieur met recente, doorzichtige beglazing met gekleurde sierboord is overdekt met een gestuct gewelf met steekkappen op pilasters terwijl het koor met roodzwarte marmeren vloer is voorzien van een kruisgewelf.
Meubilair: Hoofdaltaar: portiekaltaar met een kruis, in het fronton een nis met een beeld van Heilige Nicolaas van Myra, op de fries staan attributen van de Merseniers of Kremersgilde afgebeeld, op zuilschacht Jezus- en Mariamonogram, op deurtje expositietroon Stralenmonstrans, op tabernakeldeurtje Hostiedragende kelk in mandorla omringd door symbolen van de Evangelisten, uit de tweede helft van de 17de eeuw, beschilderd en verguld hout. Altaarstuk met Laatste Avondmaal door AdolfTroost van Hoegaarden, 1854, doek (gerestaureerd in 1970). Zijaltaar (noord): portiekaltaar, tegen fronton onder baldakijn beeld Heilige Gertrudis van Nijvel; altaarstuk met Aanbidding der Wijzen (gerestaureerd doek), 18de eeuw, beschilderd hout. Zijaltaar (zuid): portiekaltaar, tegen fronton onder baldakijn beeld Heilige Hubertus (?); altaarstuk met Bisschopswijding van de Heilige Nicolaas van Myra (gerestaureerd doek), 18de eeuw, beschilderd hout. Twee biechtstoelen, deurstijlen en deurtje, begin 18de eeuw, overige elementen 19de eeuw, eik. Koorlambrisering, derde kwart 18de eeuw, eik. Preekstoel: klankbord met Heilige Geest, aan kuip verbonden kruisbeeld en Jezus- en Christusmonogram, 18de eeuw, eik. Doopvont: kuip en voet, 16de eeuw(?), beschilderde hardsteen, deksel, 18de-19de eeuw, beschilderd hout. Orgelkast, 19de eeuw, herbouwd in 1943, eik. Orgel, Charles Rifflart en Zonen uit Yvoir, 1855 (beschermd monument bij Koninklijk Besluit van 12.10.1981). Kerkmeestersbank, 19de eeuw, eik. Twee schilderijen: Man van Smarten en Onze-Lieve-Vrouw van Smarten, 19de eeuw, doek. Sculpturen: Heilige Eligius, eerste helft 16de eeuw, beschilderde eik. Heilige Hubertus, 17de-18de eeuw, gepolychromeerd hout. Heilige Niklaas, 17de-18de eeuw, gepolychromeerd hout. Heilige Sebastiaan, 17de-18de eeuw, gepolychromeerd hout. Oud uurwerkmechanisme in toren.
Het orgel is gevat in een achtvoetse orgelkast in klassieke stijl en werd in 1855 gebouwd door Charles Rifflart. De eiken orgelkast werd in 1943 herbouwd volgens gedenkplaatje op het front: “Mr en Mw Adolf Lebegge-Flawinne / lieten mij herbouwen/ 26 juli 1943”. Een inscriptie in het orgel luidt: “Charles Rifflart pére, Facteur d’orgues / à Yvoir, Segond et Charles, ses fils / m’ont fait l’an 1855”.
Pijpwerk, windladen en tractuur zijn – op een moment dat in de orgelbouw reeds industrieel decadente producties opdaagden – nog helemaal op de klassieke kunstambachtelijke manier vervaardigd; dit alles is in vrij gave vorm geconserveerd en dus belangrijk. Het doksaal werd later. enorm vergroot zodat het meubel zich momenteel helemaal achteraan bevindt. De oorspronkelijke balustrade is – in getransformeerde vorm – behouden.
Kerkhof: Tot de jaren 1920 was de Sint-Niklaaskerk aan de noord- en zuidzijde omringd door het kerkhof. Ingevolge een straatverbreding werd de zuidelijke helft gereduceerd tot een smalle strook met sierbeplanting, omsloten door een lage natuurstenen muur. Het noordelijk gedeelte werd geïncorporeerd in de pastorietuin. Links voor de kerk bevindt zich nog steeds een klein grasveld met enkele oorlogsgraven.
Bijkomende informatie
Meubilair: Barokschilderijen op de 3 altaren (18de eeuw)
Beelden: links in de beuk: laatgotisch Sint Elooi (circa 1500), in het koor: Sint Niklaas en Sint-Hubertus en rechts in de beuk: Sint Sebastiaan (volkskunst van de 17de en 18de eeuw)
Louis XV- houtwerk in het koor.
Protect yourself & others
Consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
01.
Prepare
Ut pretium vitae, eget facilisis consequat maecenas ultrices nulla sit magna vitae orci scelerisque velit, auctor suspendisse tortor.
02.
Be Aware
Et nam sem eget sollicitudin id odio fringilla consequat, amet consectetur ac ut penatibus donec massa pulvinar et.
03.
Act
Consectetur dui integer egestas sagittis adipiscing tortor ut turpis cursus sed urna quis in id quis quam sed.